Leon en Wout - Van Dom, naar Dom, terug naar Dom
Zaterdag 1 mei, 11.55 uur. De eerste selfies bij de Dom van Utrecht worden gemaakt. Het markeert het begin van een net-geen-20-uur-durende epische nachtelijke tocht naar de Dom van Aken. En terug. Want de dames en heren van BEAT Cycling hebben bedacht dat het wel leuk is om 400 kilometer door de nacht te fietsen.
Wout en ik, Leon, staan niet geheel gelijk en eerlijk in het spel. Mijn partner in crime, Wout, is namelijk stiekem al een ultracyclist. Hij heeft Parijs-Brest-Parijs gefietst en maakte zich vorig jaar, tevergeefs, klaar voor de transcontinental – een idiote miljoenkilometertocht door het vasteland van Europa. Die ging door corona dat jaar niet door, maar dit jaar hebben ze ‘m vooralsnog gepland voor de komende zomer. De route? Van Brest, Frankrijk naar Thessaloniki, Griekenland. Met checkpoints in Roubaix en de Stelvio. De gekken.
Terug naar de dag van onze noeste arbeid. Voor mij was deze tocht een ontmoeting met mijn nachtelijke fietsgeesten. Normaal gesproken ben ik iemand die elke vierkante meter in de omgeving tot zich neemt en daar urenlang naar kan kijken en over filosoferen. Grote vraag is dus; wat doet mijn hoofd als er precies niets te zien is?
De eerste honderd kilometers gingen verdacht soepel. De wind stond in onze rug, dus voordat we het wisten zaten we al in de buurt van asperge- en aardbeienland: Oost-Brabant. Met mezelf had ik afgesproken dat ik maar eens in het uur op mijn Wahoo mocht kijken hoe ver we reeds gereden hadden – een spelletje dat mijn compagnon consequent probeerde te dwarsbomen door uit het niets te roepen “wow, moeten we nog ZO ver?” – maar het werkte voor mij uitstekend. Door de km/h uit het beeld te halen kon ik me focussen op mijn hartslag en mijn cadans. De gedachte dat ik dit echt gemakkelijk uren kon volhouden nam steeds stelliger een plekje in mijn hoofd. So far, so good.
Gespreksonderwerpen waren er nog legio toen we rond de klok van piepers op tafel, richting de Duitse grens reden om aldaar even de Akense dom aan te tikken met een selfie. Deze dom, overigens echt een aanrader – prachtige gothische gekkigheid op elke vierkante meter, markeerde het begin van onze terugtocht. Via de Vaalseberg (de Duitse gravelklim-kant) reden we de verlaten hoofdstraat van Vaals in om aldaar een paar pizza’s te nuttigen. Tot hier heb ik het fantastisch overleefd door zakjes poeder van Maurten, dadelrepen van Nakd en kinderfruitknijpzakjes aardbei-banaan.